19 juni 2017

May's inferno



‘Het probleem met de Conservatieven is dat ze zich gewoon niet interesseren in mensen die huren. En al helemaal niet in huurders van sociale woningbouw’. Een conclusie, dacht ik destijds, van een verbitterde Labour prominent die maar niet kon accepteren dat hij ooit verslagen was voor het burgemeesterschap van ‘de hoofdstad van de wereld’ door aartsrivaal Boris Johnson. Ken Livingstone was vorig jaar in Amsterdam voor de premiere van een documentaire-serie die ik had helpen produceren over Groot Brittannië. Londen heeft maar twee prioriteiten zei hij, terwijl we over de grachten liepen, woningen en openbaar vervoer. Zijn bestuur was op dat gebied, dacht hij, redelijk effectief geweest. De conservatieve schrijver en journalist Charles Moore had Livingstone om die reden ‘de enige succesvolle linkse politicus in het land’ genoemd. Boris Johnson, ‘een luie zak’, volgens Livingstone, had hem ‘oprecht verbaasd’ aangekeken toen hij het belang van betaalbare huurwoningen genoemd had. ‘Wat is het belang van huurders?’ zou hij gezegd hebben.

Indachtig de Conservatieve ideologie van de jaren tachtig, stond de koper centraal. Thatchers ideaal was om van het Verenigd Koninkrijk een natie van huizenbezitters te maken. Voor het eerst kregen huurders in gemeentewoningen de kans om tegen een zacht prijsje hun woning te kopen. Het leverde een miljoen woningbezitters op en een groot gebrek aan sociale huurwoningen. Dat tekort werd, opzettelijk, nooit opgelost. De centrale overheid maakt het de lokale autoriteiten nagenoeg onmogelijk om huurwoningen te bouwen. De Britten moesten kopen. In de decennia sindsdien kreeg de vrije markt alle ruimte de rol van de overheid steeds verder terug te rollen. 

Als de zwartgeblakerde Grenfell Tower een ding symboliseert, is het een cultuur van onverschilligheid jegens economische achterblijvers. De torenflat in Kensington is een verwijtende vinger aan laissez faire bestuur en ongelijkheid. Het is een monument voor een stadsdeel waar inwoners € 6000 neertellen voor een badkuip, maar waar datzelfde bedrag teveel was voor een brandveilige voorgevel voor een torenflat van 24 verdiepingen. Over oorzaak en schuld van de inferno kun je speculeren. Niet over politici die vorig jaar een motie verwierpen om ‘huurhuizen geschikt te maken voor menselijke bewoning’, die de aanbevelingen van deskundigen voor brandpreventie negeerden en die bewoners van Grenfell Tower, die zich beklaagden over brandgevaar, bedreigden met rechtszaken. Ik heb de afgelopen dagen, luisterend naar de overlevenden van de brand, regelmatig gedacht: misschien had Livingstone toch gelijk. 

De brand legde ook het premierschap van Theresa May in de as. Zelden is een reputatie zo snel en zo grondig vernietigd. Werd May twee maanden geleden, toen ze kamerverkiezingen uitriep, nog gezien als de meest bekwame politicus de gigantische Brexit klus in goeie banen te leiden, nu wordt haar politieke levensduur geteld in dagen. Het verlies van haar kamermeerderheid was een signaal dat de stemming in het land aan het omslaan was. Dat de laagste inkomens die door snoeiharde bezuinigingen bijna tien jaar lang opdraaiden voor de fouten die de financiele sector in 2008 maakten, daar niet langer voor aansprakelijk gesteld konden worden. De brand werd de katalysator van boosheid over bezuinigen die onder meer 7000 brandweermensen hun baan gekost hadden, die brandveiligheidsinspecties gereduceerd hadden met een kwart in vijf jaar tijd en bestuurlijke nalatigheid aangejaagd hadden. 

Premier May is niet bij machte het tij te keren. In de verkiezingscampagne was ze bekritiseerd voor het vermijden van contact met de kiezers. De brand was haar kans te laten zien dat ze niet ongevoelig was, geen mechanische Maybot. ‘Het minste wat je van een leider mag verwachten is dat ze het verdriet en de verwarring van de mensen verwoordt’, zeiden mijn (conservatieve) buren. May’s onvermogen empathie te tonen, bevestigt de afstand tussen haar en de kiezers. 

May lijkt het punt bereikt waar niets haar status meer kan veranderen. Ze is zo verzwakt dat alles wat ze doet geridiculiseerd en bekritiseerd wordt. Zonder de Brexit en zonder het verlies van een kamermeerderheid had ze het misschien gered. Whitehall is een machtig orgaan dat, verondersteld dat er geen onverhoedse dingen gebeuren, de wind uit de zeilen van iedere middelmatige premier kan houden.

‘Het land ziet er belachelijk uit’, schreef de Financial Times voor de brand. Het Verenigd Koninkrijk van vandaag lijkt behalve absurd, onstabiel en leiderloos. De regeringsleider vecht voor een omstreden gedoogakkoord met de meest sociaal conservatieve partij van het Koninkrijk. Woensdag moet haar nieuwe regering met een troonrede het parlementaire jaar opstarten. En daarnaast is er, allesoverheersend maar onbesproken, de Brexit. Loskoppeling van de EU is een proces dat even ingrijpend is voor Groot Brittannië als het verlies van de koloniën, maar vele malen ingewikkelder om uit te voeren. 


De aftrap van het Brexitoverleg is maandagochtend om 11u00. Er is geen einddoel, geen strategie hoe een akkoord te bereiken en geen vertrouwen dat het Brits parlement over twee jaar een overeenkomst zal accepteren. En de uitvoerder van dit alles, een premier die grip beloofde op haar eigen grenzen en eigen wetten, heet geen grip op haar eigen regering. Nog nooit schoot het ultraEngelse adagium keep calm and carry on zo tekort.

6 juni 2017

Huiver en humor




Drie aanslagen in England in 73 dagen. Geen wonder, wist The New York Times, dat het land duizelde van schok. Schok? Duizelingen? ‘Verwar droefheid niet met moed’, tikte J.K. Rowling de gerenommeerde Amerikaanse krant op de vingers. Schandalig, vond journalist Jason Cowley, dat Londen, ‘de city van de blitz aanvallen’, bang zou zijn. ‘Rouwen om de doden, ja. Door met de verkiezingscampagne’.

Of, beter nog, doorgaan met de humor gedreven sang froid. Niet voor niets de landelijke default setting in bange tijden. Staan ze in het Verenigd Koninkrijk dan nooit te trillen van schrik? Tuurlijk wel. Ook Engelsen kennen emoties. De hashtagDingenDieBrittenDoenDuizelen was snel trending. Terreur kwam op de lijst niet voor. Wel: mensen die naast je zitten in een lege bus. Verwarring over op welke dag de vuilniszakken buiten gezet moeten worden na een vrije maandag. En: prijsstijging van chocoladerepen. Terreuraanslagen kunnen Londen niet ontwrichten, twitterde een Britse commentator. ‘Dat kan alleen een dun laagje sneeuw’. 

De neiging de terroristen te bagatelliseren is groot en algemeen. De aanslagplegers zijn ‘gevaarlijke gekken’, ‘een stelletje idioten’, ‘amateurs die te dom waren een bom te maken en machinegeweren te kopen’. Het waren mannen die, toen ze met getrokken messen een zaterdagavond durfden te verstoren, werden teruggedrongen door mensen die hen met barkrukken, flessen, en glazen bekogelden. Zoals de Roemeense bakker die een moordenaar met een krat op het hoofd sloeg, de bouwvakker die onderdelen van een fiets naar een aanvaller gooide, de taxichauffeur die met zijn auto de daders probeerde klem rijden, ‘de jonge overwerkte en onderbetaalde ober die zijn lichaam tegen de glazen deur hield totdat de sleutels gevonden waren’. En natuurlijk de bewapende politie-eenheid die binnen acht minuten nadat het alarm geslagen was, de drie terroristen had doodgeschoten. 

‘Ik zag niet het barbaarse, ik zag het heldhaftige’, zei Richard Angell, directeur van Progress, die halverwege zijn maaltijd was in Arabica Bar and Kitchen toen de moordenaars binnenliepen. Hij had het geluk het slagveld te verlaten ‘met niet meer dan gespannen zenuwen en een verhaal’.  Angells boodschap in de Times is: ’als de lafaards die ons zoveel pijn bezorgden aanstoot blijven nemen aan het drinken van gin en tonic met vrienden, flirten met aantrekkelijke mannen en omgaan met sterke vrouwen, dan zal ik dat vaker doen, niet minder’. 

Het is wat je hoorde in Manchester en nu in Londen. Toen in de Noord-Engelse stad 22 jonge mannen, vrouwen, jongens en meisjes opgeblazen werden bij een popconcert, kwamen de overlevenden opdagen voor een nog groter concert waar ze nog harder zongen en nog enthousiaster dansten.  De kaarten, kaarsen en bloemen op de plekken des onheils getuigen dat haat het beste kan worden terugbetaald met liefde. En met het in ere houden van democratie, pluriformiteit en eensgezindheid, de wezenlijke onderdelen van een samenleving die de terreurdaders haten. 


Angell gaat deze week trouwens nog terug naar Arabica Bar and Kitchen om zijn rekening te betalen. Hij gaat met een groep vrienden en een stevige fooi op zak. ‘Londense obers moeten het even goed van hun fooien hebben om rond te komen als van hun lonen’. Teruggaan is het minste wat ik kan doen, zegt Angell. ’Bovendien had ik mijn eend met dadel nog niet op’.